• Aan de bal Raymond Koopman

    Hij is een van de stille krachten op Jonathan: Raymond Koopman, keeperstrainer van de keepers A-selectie en O19-1, assistent-trainer van het eerste elftal en bovenal ook trainer/coach van team van zoon Niels: Jonathan O19-4. Zo’n 3 a 4 dagen in de week is hij op onze velden te vinden. Rustig en bescheiden, maar tegelijkertijd ook ambitieus en bloedfanatiek. Maar om welk niveau het ook gaat, één ding is duidelijk: Raymond rust niet voor het hoogst haalbare is bereikt en het eerste in de Slotvijver is beland. Die topsport mentaliteit zit Raymond in zijn bloed en heeft hem geen windeieren gelegd. Zelf hoor je hem er niet snel over opscheppen, maar de voetbalkenners en generatiegenoten van de 50-jarige Raymond kennen zijn indrukwekkende geschiedenis als keeper bij profclubs.

     

  • Succesvolle sportcarrière

    De clubliefde voor Jonathan ontstond op jonge leeftijd toen Raymond een aantal jeugdelftallen doorliep met onder andere teamgenoot Jan van Halst. Na een jaartje in het veld koos hij uiteindelijk voor zijn vaste positie tussen de doelpalen. Zijn talent als keeper bleef niet onopgemerkt. Raymond verliet Jonathan op 19-jarige leeftijd in 1988 voor het C-elftal van Eerste divisieclub FC Wageningen waar hij debuteerde in de eerste divisie tegen de latere kampioen Vitesse. Een jaar later vertrok hij voor twee seizoenen naar VV IJsselmeervogels, waar hij uitkwam in de Hoofdklasse. In 1991 werd Raymond de eerste contractspeler van de nieuwbakken profclub TOP Oss (2009 tot 2018 bekend als FC Oss). Daar speelde hij tot medio 2001 in tien seizoenen in totaal maar liefst 314 profwedstrijden voor Oss: een clubrecord! In Brabant ontpopte hij zich tot publiekslieveling. Er is in het Osse stadion zelfs een tribunevak naar hem vernoemd. Als kroon op zijn werk werd Raymond in 2016 door de fans uitgeroepen tot beste doelman in 25 jaar profvoetbal in Oss in de Eerste divisie. Raymond beëindigde zijn loopbaan bij IJsselmeervogels zoals hij zelf zegt: op het hoogtepunt, en bleef nog vijf jaar actief bij de club als keeperstrainer. Voor wie nog meer hierover wil lezen, zijn mooie artikelen te vinden op internet zoals DTV nieuws en Omroep Brabant.

  • Back to the roots

    In 2010 keerde Raymond terug naar de club waar het voor hem allemaal begon: Jonathan. Raymond: “Het voelde gelijk weer vertrouwd bij Jonathan. Mijn hart is altijd groen-wit blijven kloppen. Ik heb veel aan Jonathan te danken. Ik kwam in een warm nest en werd aan de hand genomen door onder andere Frank Slijper, Jeroen van Duijvenbode en de gebroeders Weber. Ik heb mooie kansen gekregen en veel geleerd, waardoor ik al deze dingen heb kunnen bereiken. Dat is voor mij echt goud waard!”

    Einddoel:

    Slotvijver Naast het trainen van jonge keepers uit de hoogste selectieteams, bleef Raymond zelf ook nog actief als invalkeeper bij het eerste en werd later ook assistent-trainer bij het eerste. Raymond: “Ik heb altijd het idee gehad om terug te keren naar Jonathan om kampioen te worden. Helaas is dat nog niet gelukt. Het was altijd ‘net niet’. Het begon zelfs met degradatie. Gelukkig waren er onderweg ook wel wat ups, maar de fel begeerde promotie en overgang naar de tweede klasse is nog niet bereikt. En dat is ontzettend jammer voor zo’n grote club. Maar ik rust niet voordat we met het team de traditionele duik in de Slotvijver hebben genomen”.

    Kwestie van een lange adem

    Volgens de ambitieuze keepers- en assistent-trainer vergt dat nog wat geduld en doorzettingsvermogen. “Het is een kwestie van een lange adem, maar er is een goede beweging in gang gezet binnen de club. Er zijn nieuwe spelers aangetrokken en we hebben goede lichtingen jeugdspelers. Die spelen op hoog niveau. Je ziet helaas ook dat goede spelers de club verlaten. Sommigen maken de overstap naar een Betaald Voetbal Organisatie (BVO), maar er gaan ook spelers weg naar andere amateurclubs, omdat het eerste daar op hoger niveau speelt. Om aantrekkelijk te zijn voor spelers moet je minimaal in de 2e klasse spelen. Het is belangrijk om getalenteerde jeugdspelers op te leiden voor een plek in het eerste elftal. Het is fijn als spelers een overstap kunnen maken naar een profclub, maar je hebt ook getalenteerde spelers nodig die het groen-witte gevoel hebben en met Jonathan het hoogst haalbare willen realiseren. Met een nieuw beleid en technische commissie wordt gepoogd deze talentvolle spelers te behouden. Dat vereist draagvlak binnen de hele vereniging, met voldoende aandacht voor het eerste elftal.”

    Winnaarsmentaliteit

    Wie in gesprek is met Raymond kan er niet omheen: zijn winnersmentaliteit en enorme drive. “Ik ben bloedfanatiek en een slechte verliezer. Maar ik kijk met net zoveel plezier naar Jonathan O19-4 als naar het eerste. Je moet wel de instelling hebben om te willen winnen. Als het niet lukt omdat een ander gewoon beter is, maar je hebt wel alles gegeven, dan is het voor mij goed. Het gaat niet om ego’s of individuele belangen, maar om het teambelang. Je wordt immers niet met de beste speler kampioen, maar met het beste team! Ik hoop dat ik spelers iets kan leren dat bijdraagt aan hun ontwikkeling en vooral dat ze plezier hebben in dit mooie spel. Hoewel plezier hebben én winnen natuurlijk wel het lekkerste is!”

    Op de goede weg

    Op de vraag wat er voor nodig is om de gewenste vooruitgang te realiseren, antwoordt Raymond: “We zijn al op de goede weg. Er zijn meer deskundige trainers aangesteld die beter met elkaar overleggen. Gemaakte afspraken worden beter nageleefd en er is veel aandacht voor de ontwikkeling van spelers en de weg die zij naar hogere elftallen bewandelen. Maar dat ligt niet alleen bij de club. Dat vergt ook een andere mentaliteit van de spelers. Ik zie dat de mentaliteit wel wat veranderd is, ten opzichte van de tijd dat ik nog speelde. Voor mijn teamgenoten, waaronder Jan van Halst, en mij stond voetbal altijd voorop. We lieten daar veel andere dingen voor staan. Ik zie dat minder terug bij de huidige generatie. Er lijkt veel minder sprake van gezonde zelfreflectie bij de jonge spelers, maar ook ouders bemoeien zich veel met voetbalzaken en spreken trainers aan op selectie-keuzes. Maar als je selectievoetbal wilt halen, dan moet je daar wat voor doen én wat voor laten. Je moet je plek verdienen en laten zien dat je het maximale eruit wilt halen, voor jézelf, maar vooral voor het team”.

    Oproep: draag ook een steentje bij

    Raymond: “Ik zou iedereen die dit leest willen oproepen na te denken over welk steentje hij/zij kan bijdragen aan de club. Er is veel hulp nodig en vele handen maken licht werk. Je ziet altijd dezelfde mensen die zich inzetten. Ik vraag me af hoe dat kan bij zo’n grote vereniging. Veel mensen hebben wel een mening over alles wat niet goed gaat. Dat is prima, maar dan moet je zelf ook je handen uit de mouwen steken en bijdragen aan verbetering. Verder vind ik dat we wel wat kritischer mogen zijn op elkaar. Wel op een respectvolle manier natuurlijk. Daar breng je elkaar verder mee. Of je nu selectie speelt of in een vriendenteam. En als ik toch bezig ben, nog een oproep aan de ouders: ga ervan uit dat trainers naar eer en geweten een selectieteam samenstellen. Laat dat aan hen over, en motiveer je kind zich positief op te stellen en zijn/haar best te blijven doen als ze een keer afvallen. Motiveer ze om er de volgende keer wel bij te zitten en niet zomaar op te geven.”

    Tot slot: de route naar die Slotvijver

    Raymond sluit af: “Als we meer met Jonathan willen bereiken, zullen we dat met zijn allen moeten doen. Hopelijk met veel meer vrijwilligers en saamhorigheid op de club. Ik blijf mijn pijlen op een kampioenschap richten. Alle ingrediënten zijn aanwezig om dat te realiseren: we hebben een erg goede groep, iedereen werkt er hard voor en beschikt over de juiste mentaliteit. We staan nu bovenaan, hebben alle vier de wedstrijden gewonnen, maar hebben er nog circa 22 te gaan. Kom ons aanmoedigen, dat helpt! Hoe en wanneer dan ook: die Slotvijver gaan we in!”

    Volgende keer Aan de bal: Ik geef de bal graag door aan de aanvoerder van het eerste elftal: Roy Versluis